zaterdag 8 maart 2014

08/03/2014

Beste thuisfront,

Graag wil ik voor jullie enkele verschillen in de Gambiaanse en Belgische verloskunde in kaart brengen. Zoals jullie vast wel weten is er in Gambia een heel andere cultuur en mentaliteit, en kijkt men dus van een heel andere bril naar het leven. Financiële middelen zijn hier beperkt, het is een land in ontwikkeling. Daarom is het niet aan ons om vooroordelen uit te spreken over hoe zij werken. De Gambiaanse bevolking kent een heel ander leven, dat zéker niet makkelijk is.

1) De opleiding tot vroedvrouw:
De opleiding tot vroedvrouw in Gambia is geen hogeschool of universitair niveau. Men leert 2 jaar voor algemeen verpleegkundige en is dan verplicht om eerst 2 jaar als verpleegkundige te werken. Daarna kan men in aanmerking komen om 1 jaar bij te studeren voor vroedvrouw. Men is niet getraind in hoog-risico verloskunde. Een student-vroedvrouw moet 20 bevallingen zelfstandig hebben uitgevoerd vooraleer zij kan afstuderen.
In België leert men 3 jaar intensief voor vroedvrouw op hogeschool niveau. Hoogrisico verloskunde maakt deel uit van deze opleiding. Een student-vroedvrouw moet 40 bevallingen zelfstandig hebben uitgevoerd vooraleer zij kan afstuderen, maar dat is niet het enige. Alles wordt geregistreerd in een logboek.

2) Autonomie in het werkterrein:

In Gambia kennen de vroedvrouwen een hoge autonomie. De fysiologische én hoogrisico zwangerschappen worden begeleidt door vroedvrouwen, zij schrijven medicatie voor. De fysiologisch én hoogrisico bevallingen worden door vroedvrouwen uitgevoerd. Een keizersnede wordt wel door een gynaecoloog uitgevoerd.
In België is er een relatief lage autonomie in het werkveld. De fysiologische zwangerschap mag begeleidt worden door een vroedvrouw. Een fysiologische bevalling mag worden uitgevoerd door de vroedvrouw. Gynaecologen begeleiden hoogrisico zwangerschappen en voeren de hoogrisico bevallingen uit. Doch is het in de maatschappij algemeen zo dat zwangeren naar een gynaecoloog trekken zonder dat er zich enige problemen voordoen.

3) Medicatie en materiaal:
In Gambia zijn bronnen beperkt. Materiaal of medicatie is vaak niet aanwezig, en vaak moeten de patiënten deze zelf gaan kopen. Basismateriaal in de verloskamer is aanwezig. Afhankelijk van welke setting (major of minor) is er electriciteit aanwezig. In Gunjur H/C waar we nu werken is er geen electriciteit aanwezig. Daarom werkt de sterilisator niet, is er vaak geen licht en is er  geen zuurstofvoorziening voor pasgeborenen die het nodig hebben na de geboorte.
In België is er veel materiaal aanwezig die regelmatig wordt aangevuld. Medicatie vormt ook geen probleem.

4) Shiften
Het aantal vroedvrouwen per shift hangt af van de setting (major of minor). In het Gunjur H/C is er 1 vroedvrouw per shift aanwezig. De shiften duren in Gambia 6 uren overdag, en 's nachts 12 uren. In sommige settings werken geen dokters, dus een gynaecoloog of pediater indien nodig is dan niet oproepbaar.
Men is ook niet zo strikt in het tijdig aanwezig zijn op het werk. Een uur of 2 te laat zonder enige verwittiging komt vaak voor, zonder dat dit echt een probleem vormt.
In België zijn er minstens 2 deskundigen aanwezig tijdens een bevalling. De shiften duren 8 of 12 uren. Een gynaecoloog en pediater zijn altijd oproepbaar.
Men is strikt in het tijdig aanwezig zijn op het werk.

5) Controle en evaluatie
In Gambia kent men geen controle noch evaluatie van het werk van de vroedvrouwen. Er gebeuren vaak fouten, waar men zelfs niets mee doet. Men heeft geen protocolmap, en gezondheidsmedewerkers worden niet bijgeschoold over de evolutie van technieken, behandelingen of handelingen.
In België kent men een zeer strikte controle en evaluatie van alle gezondheidsmedewerkers. Alles verloopt via protocols die constant getoetst worden aan wetenschappelijk onderzoek. In geval van fouten of protocolovertredingen riskeert men een rechtzaak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten